BELEIDSUITGANGSPUNTEN

Behoud van natuur en cultuurhistorische waarden
Sinds 1994 zetten wij ons in om de restanten van de Laarder Engen (landbouwgronden) weer te gebruiken waarvoor deze vroeger bedoeld waren en zo de natuurhistorische waarde van de Larense akkers te behouden.

De totale oppervlakte van de beheerde engrestanten is gegroeid van één akker aan de Tafelbergweg in 1994 tot 16 akkertjes met een totaal oppervlak van ca 10 ha. Doordat de akkers merendeels solitair gelegen zijn, is de bewerking zeer arbeidsintensief. Sinds 2019 worden langs verschillende akkers kruidenrijke randen gezaaid ter verhoging van de biodiversiteit.  

Wij telen onder andere gerst, triticale, rogge, mosterdzaad en boekweit. Graan laten we malen door de Larense molen. Daarmee dragen wij bij aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van de molen. Ook anderszins koesteren wij de cultuurhistorie zoals zichtbaar is op het jaarlijkse oogstfeest dat gehouden wordt op de laatste zondag van augustus.

Beloning
De bestuursleden ontvangen geen vergoeding. De stichting heeft geen personeel in dienst.

Bemesting
Wat betreft bemesting is onze doelstelling zoveel mogelijk stalmest te gebruiken. Daar waar noodzakelijk zal een lichte gift kunstmest gegeven worden. Eén en ander ruim binnen het kader van de mestwetgeving en onze (verplichte) mestregistratie.

Bestrijdingsmiddelen
Ons beleid is er op gericht zo biologisch mogelijk te boeren. Bij de teelt van de gewassen is ons beleid erop gericht geen insecticiden en geen fungiciden te gebruiken en het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen tot een noodzakelijk minimum te beperken. Als er gespoten moet worden om een schoon – voor consumptie geschikt gewas te verkrijgen dan wordt dit door een gecertificeerd loonbedrijf gedaan. Zij kunnen door een geavanceerde techniek nauwkeurig werken. Waar mechanische – dan wel handmatige onkruidbestrijding redelijkerwijs mogelijk is wordt dat toegepast zoals bijvoorbeeld bij het schoffelen of uittrekken van melde tussen de aardappels en het handmatig schonen van de akker met mosterdzaad.

Educatie en communicatie
De SOLL streeft er naar grotere bekendheid te geven aan de manier waarop granen en onze andere producten worden gemaakt. Ook is er aandacht voor de lokale traditie en cultuurhistorie. Hiertoe worden scholen bezocht en lezingen aan geïnteresseerde groepen gegeven. In samenwerking met Omgevingseducatie Gooi, Vecht- en Eemstreek is een anderhalf uur durend lesprogramma opgesteld bestemd voor leerlingen van groep 4 tot en met 8.

Consumptie en voedselveiligheid
De door ons geteelde producten worden zoveel mogelijk voor consumptieve doeleinden gebruikt. Wij hebben een voedselveiligheid certificaat ontvangen voor een periode van 3 jaar. Dit bewijst dat wij milieu en voedselveilig bewust boeren. Omdat de producten in de voedselketen terechtkomen, vindt de SOLL het van blijvend belang om gecertificeerd te zijn.

Samenwerking
De SOLL werkt nauw samen met het Gooisch Natuurreservaat. Een vijftal akkers is door het Goois Natuurreservaat aan de SOLL in beheer gegeven. De overige akkers zijn eigendom van particulieren. Daarnaast werken we samen met lokale agrariërs bijvoorbeeld bij het bestellen van zaad voor de kruidenrijke akkerranden en met de lokale bijenhoudersvereniging.

De overheid (Natura 2000) neemt het milieu serieus. Dat blijkt uit de visie op de toekomst en de te nemen maatregelen. De samenwerking met de provincie loopt via het Agrarisch Collectief Noord-Holland Zuid. De regionale leden ontmoeten elkaar om informatie te delen en het resultaat van de activiteiten te monitoren. De bloeiende kruidenrijke akkerranden zijn hier het zichtbare resultaat van.

TOELICHTING OP DE BELEIDSUITGANGSPUNTEN

Op de akkers die beheerd worden door de SOLL staan heel verschillende gewassen bedoeld voor consumptie. Zonder een verstandig beleid worden gewassen bedreigd door onkruid, plantenziekten, plaagdieren en uitputting van de bodem. Met die bedreigingen hebben alle boeren te maken en dat kan een groot economisch verlies geven.

Wij willen oogstverliezen zoveel mogelijk vermijden door het gebruik van goede zaden en goed pootgoed, een verstandig gebruik van gewassen die niet of minder gevoelig zijn voor ziektes en door rotatie van gewassen. Aardappelen worden bijvoorbeeld de ene keer op een akker in het noorden van Laren geteeld, de andere keer in het zuiden (wisselbouw).

Mosterd is een goede groenbemester en wordt in de herfst gezaaid om akkers onkruidvrij te houden en te bemesten. Dierlijke mest wordt gebruikt om bodemuitputting tegen te gaan. Wij zaaien ook na het oogsten zogenaamde vanggewassen, zoals rammenas en winterrogge die erosie tegengaan, resten stikstof opnemen, onkruid minder kans geven en de bodem verbeteren.

Vooral graansoorten als gerst en triticale zijn niet handmatig schoon te houden, want er doorheen lopen vernietigt de oogst. Daarom zijn de reeds genoemde middelen bij bestrijding van onkruid en plantenziekten niet altijd voldoende. Wij spuiten indien nodig kort na opkomst van het graan éénmalig tegen onkruid. Daarbij houden wij bijvoorbeeld het belang van bijenhouders scherp in de gaten. 

Wij stellen ons voortdurend op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen/ middelen die biologisch boeren vergemakkelijkt. In 2016 hebben wij een zogenaamde kriebel eg aangeschaft om extra mechanische onkruidbestrijding te kunnen toepassen.

In 2017 hebben wij een advies gevraagd aan het Louis Bolk Instituut specialist op het gebied van biologisch boeren. Zij adviseerden eerder een misoogst te accepteren (zoals gebeurd is met de gerst in 2020 aan de Ruiterweg). In 2018 hebben wij met steun van de Lakeland Foundation een zaaimachine voor het zaaien van akkerkruiden aangeschaft. In 2019 is het effect van de kruidenrijke akkerranden op vlinders gemonitord door de Vlinderstichting en gepresenteerd in 2020 op onze lustrum bijeenkomst voor donateurs. Het effect is opmerkelijk positief.